Veel percelen hebben het zwaar gehad in het afgelopen seizoen. De gevolgen van het natte groeiseizoen zijn goed zichtbaar: spoorvorming, open/natte plekken en gras dat zich moeizaam herstelt. Dit heeft niet alleen invloed op de opname van meststoffen, maar ook op het bodemleven, de bodemstructuur en uiteindelijk op de oogstopbrengst. Weet jij welke factoren hierbij een rol spelen? Ontdek hieronder hoe jij het seizoen groeizaam kunt starten!
Een essentieel onderdeel van goed graslandbeheer is het verbeteren van de indringingscapaciteit en de capillaire werking. De indringingscapaciteit verwijst naar het vermogen van de bodem, om water op te nemen en door te laten. Door de aanhoudende natte omstandigheden is de bodem verslempt, verzadigd, is er een storende laag of is de bodemstructuur aangetast. Hierdoor wordt de indringingscapaciteit minimaal. Dit geldt ook voor de capillaire werking van water. Capillaire werking wil zeggen water dat vanuit het grondwater naar boven komt.
Verdichting in de bodem ontstaat vaak door zwaar materieel, veelvuldig berijden onder slechte (natte) omstandigheden of door beweiden. Verdichting ontstaat wanneer bodemdeeltjes en de poriën samengedrukt zijn. Hierdoor wordt lucht tussen de bodemdeeltjes en poriën ontnomen en treedt verdichting op. Dit heeft een nadelig effect op de lucht en- waterhuishouding, bodemstructuur, worteling en het bodemleven. Doordat het transport van lucht in de bodem afneemt neemt de stikstofefficiëntie af.
Om gewasgroei in grasland te stimuleren is het verbeteren van de bodemstructuur een essentieel onderdeel. Een jaar met veel lange en vooral natte periodes heeft de bodemstructuur aangetast. Bodemstructuur wil zeggen de onderlinge rangschikking en samenhang van de gronddeeltjes (ook wel aggregaten genoemd). Een slechte bodemstructuur leidt tot afname van het bodemleven, een lagere gewasopbrengst, minder beworteling en hoge kans op uitspoeling van nutriënten.
Met behulp van een Graslandwoeler en -beluchter zijn verschillende problemen/processen in de bodem te verbeteren zoals:
De Graslandbeluchter is uitgerust met 24 messen per meter die tot 18,5 cm diepte kunnen beluchten. Per rotor zijn er 4 messen, met een lengte van 210 mm per mes. De glijsloffen zorgen ervoor dat de graszode niet wordt beschadigd, de maximale werkdiepte wordt geborgd en de flenslagers worden beschermd.
Optioneel is de Graslandbeluchter uit te rusten met extra gewichten waardoor een betere indringing in harde en droge bodems mogelijk is. De Graslandbeluchter is leverbaar in werkbreedtes van 250 tot 800 cm, de uitvoeringen met een vast frame zijn leverbaar als frontuitvoering of met een dubbele driepunt bevestiging. Voor de grotere werkbreedtes is het mogelijk om de Graslandbeluchter uit te rusten met een wielstel.
De Graslandwoeler is voorzien van speciale tanden die de grond losmaken zonder deze om te keren (NKG). Dit zorgt ervoor dat de grond wel wordt opgelicht maar dat de bovenste en onderste grondlagen zich niet met elkaar vermengen. De Graslandwoeler beschikt over een MT-tand met een beitel van 6 of 25 cm en een verwisselbaar slijtmes. Standaard zijn de tanden voorzien van een breekboutbeveiliging voor overbelasting. Optioneel is een hydraulische obstakelbeveiliging mogelijk.
Voordat één tand de bodem ingaat maakt een snijschijf de zode open, wat voorkomt dat de kostbare zode wordt beschadigd. De snijschijven zijn traploos instelbaar en passen zich automatisch aan op de bodem. Door de tanden in een V- of W-vorm in het frame te plaatsen is er minder vermogen benodigd.
De werkdiepte is traploos in te stellen middels de afzonderlijke rolsegmenten. De bodemvolgende rolsegmenten zijn voorzien van zware gietstalen Orionrollen met een diameter van 47 cm. Door de instelbare veerbelasting wordt het gewicht maximaal overgebracht op de rolsegmenten om de bodem optimaal aan te drukken. De Graslandwoelers zijn leverbaar in de werkbreedtes van 270, 300 en 450 centimeter.
Als in het afgelopen najaar geen bewerking is uitgevoerd op verdichte grond, kun je er bij zichtbare verdichting voor kiezen om dit in het voorjaar te doen. Dit is een optie als er binnen het perceel plekken zijn die merkbaar of zichtbaar verdicht zijn.
Het is daarbij van belang dat de bodem voldoende draagkracht heeft, zodat tijdens het woelen geen slip ontstaat. Daarnaast is het belangrijk om op de juiste diepte te woelen. Dit zorgt ervoor dat de storende laag effectief wordt opgeheven en het voorkomt dat er onnodig diep wordt bewerkt.