Mais oogsten als MKS of CCM, of het hoger hakselen van snijmais, betekent een extra uitdaging voor de grondbewerking en het zaaien van een vanggewas. Goede mechanisatie biedt uitkomst, vertelt Bram Dieker, productmanager bij Evers Agro.
Lees het volledige interview dat is verschenen in De Maisteler, augustus 2022
Dit jaar gaat er waarschijnlijk meer maïs als MKS of CCM geoogst worden. Een mooie manier om de krachtvoerkosten naar beneden te brengen door eigen teelt van krachtvoer en minder noodzakelijke aankoop van eiwitproducten. Wat achterblijft op het land zorgt voor de broodnodige bemesting van de bodem. Maar hoe krijg je dat als teler netjes ondergewerkt? En wat moet er gebeuren om een mooi zaaibed te maken voor het vanggewas?
Netjes onderwerken
Het zijn actuele vragen weet Bram Dieker, productmanager bij Evers Agro, die nog een trend in de maisoogst toe kan voegen. 'Wij merken dat er de afgelopen jaren op veel bedrijven genoeg gras is gewonnen, ook de optie hoger hakselen is actueel.' Hij weet ook dat de volgende vraag van telers is hoe ze de gewasresten netjes onder kunnen werken. 'Dat vraagt echt wel meer aandacht', verzekert Dieker. 'Je wilt niet dat de gewasresten als een soort storende laag in de ondergrond terecht komen. Dan wordt het als het ware ingekuild, komt er geen zuurstof bij en gebeurt er niets.'
Met snijrol X
Traditioneel de stoppel met de cultivator 10 centimeter onderwerken is geen optie door de vele gewasresten. De kunst van goed onderwerken bestaat uit meerdere verschillende bewerkingen die ze bij Evers Agro in één werkgang kunnen uitvoeren. Dieker schets de ideale trekker-werktuig combinatie. Voorop de trekker monteert hij een snijrol. 'Met twee messenrollen van verschillende diameter zodat de snijrol nooit op dezelfde plek snijdt.' Messenrollen met diameters van 38 en 51 centimeter, waarbij de rollen tegengesteld draaien. 'Zo vorm je als het ware een X bij de grondbewerking.' Wanneer de messen dan ook nog gekarteld zijn is de werking nog agressiever. Een snijrol voorop de trekker voorkomt dat de staande stoppels platgereden worden en bovendien dient het als frontgewicht. 'Dat zorgt weer voor een verminderde bodembelasting en voorkomt verdichting.'
Schijveneg met vier balken
Achter de trekker hangt Dieker dan een Orlov schijveneg, maar dan wel één met vier balken. 'Daarmee haal je een grotere onderlinge afstand van de schijven ten opzichte van twee balken', legt hij uit. 'Bij vier balken is die afstand 42.5 centimeter in plaats van 25 centimeter bij 2 balken. Daarmee heb je meer doorstroming in het frame zodat ook een forse hoeveelheid gewasresten door de machine gaat en er geen verstopping plaatsvindt.' Hij geeft aan dat de intensiteit van de bewerking eigenlijk hetzelfde is tussen de 2 of 4 balks uitvoering. 'Doordat we werken met een Vario-disc hoekverstelling kunnen we de schijven meer laten snijden of mengen.' Die combinatie van machines is heel belangrijk geeft hij aan. 'Je wilt het leven uit de stoppel halen, het gewas beschadigen en breken en daarna met zuurstof in de bovenlaag van de grond mengen om het zo goed te laten verteren.' De plant en de wortel moeten van elkaar gescheiden worden. 'Zoals een accu van een auto', legt hij beeldend uit. Het bodemleven kan zijn werk pas goed doen als de gewasresten goed zijn verkleind. 'Als je het na de bewerking oppakt moet het versplinterd zijn.' Hij vergelijkt het - als metafoor - met het breken van een arm. 'Dat groeit weer aan, maar wanneer het gewas in kleine hapjes verbrijzeld is verteert het. Als je het vastpakt is het in kleine deeltjes beschadigd en verkleind tot kleine deeltjes."
Zaaibed voorjaar
Dieker voegt nog toe dat een goede zaaibedbereiding voor het vanggewas al in het voorjaar begint. 'Wanneer je zaaibedbereiding in het voorjaar niet goed is, wordt het netjes onderwerken van het restproduct ook lastig.' Kijk naar de bodem voordat je het land oprijdt en voorkom bodemverdichting zodat er geen water kan blijven staan. 'Bodemverdichting is een groter probleem dan telers denken. Je kunt op de streep af zien waar je met de woelpoot bent geweest om verdichte lagen in de bodem te verwijderen', noemt hij extra. 'En zorg in het voorjaar voor een vlakke bodem zodat je met de vervolgbewerkingen netjes werk kan afleveren. Dit voorkomt onnodige ondiepe bewerkingen bij een stoppelbewerking en bespaart ook nog eens brandstof.
Plus zaaimachine
Om de hele bewerking en het zaaien in één werkgang te kunnen doen kan er op de schijveneg nog een zaaimachine gemonteerd worden. ‘Die zaait het vanggewas pneumatisch of mechanisch, en in beide gevallen voor de rol achteraan de schijveneg. Die rol drukt de bovenlaag met het zaad nog iets aan voor een goede kieming en vlak werkresultaat.’ Een vrij simpele zaaimachine, met ketsplaatverdeling, volstaat, geeft Dieker aan. De simpele zaaimachine doet niet af aan de kwaliteit van het werk. Het zaaien van een vanggewas heeft ook een doel en dat is de uitspoeling tegengaan. De hele combinatie van schijveneg en zaaimachine kost zo om en nabij de 20.000 euro. 'Hoe meer hectares, hoe interessanter zo'n machine wordt. Daarnaast is de combinatie in het voorjaar ook weer te gebruiken om het vanggewas te vernietigen', geeft Dieker aan terwijl hij toevoegt dat de machines in breedte variëren van 3 tot wel 7 meter. 'Die van 3 meter is dan meer een boerenmachine qua prijs.'
Wat te doen bij onderzaai?
Maistelers die kiezen voor onderzaai, dus het vanggewas in het groeiseizoen tussen de maisplanten door zaaien, kunnen geen grondbewerking uitvoeren na de oogst. Maar met een graslandwoeler door het perceel gaan is nog wel een optie, geeft Bram Dieker aan. 'Bij onderzaai kun je in het najaar niets, maar als je last hebt van bodemverdichting na een zware hakselaar of het is nat geweest, dan kun je met de graslandwoeler prima uit de voeten. Zo hef je de structuurschade op terwijl je vanggewas daar geen last van heeft en je ook helemaal niet ziet dat je er geweest bent. Een grondbewerking is het niet, maar goed voor de grond is het wel.'
Maisstengelboorder, nog een reden voor een goede stoppelbewerking
In de Benelux komt hij gelukkig vanwege de wat lagere temperaturen in de winter nog weinig voor, maar in Duitsland hebben maïstelers nogal eens last van de maïsstengelboorder. “Met name bij continue teelt maïs, waar jaar na jaar maïs staat voor onder meer biogasinstallaties,”weet Bram Dieker uit ervaring. De maïsstengelboorder is de larve van een nachtvlinder met de naam 'Sesamia nonagrioides', die in juni-juli op maïsplanten eitjes legt waaruit rupsen komen die zich in de harde delen van de maïsplant vestigen, onder meer in de knoop van de maïsstengel, op de grens van de wortel en de plant. Het gevolg is verzwakking van de stengels en legering. Bovendien zijn de vraatbeschadigingen openingen voor schimmels en mycotoxinen. Deze maïsstengelboorder
overwintert in gewasresten en kan zo het volgende jaar weer voor (nog grotere) problemen zorgen. Nog een reden om gewasresten
goed te crushen en onder te werken voor een maximale vertering.